SV | En zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben; Ik heb niet tevergeefs gesproken, van hun dit kwaad aan te doen. |
WLC | וְיָדְע֖וּ כִּֽי־אֲנִ֣י יְהוָ֑ה לֹ֤א אֶל־חִנָּם֙ דִּבַּ֔רְתִּי לַעֲשֹׂ֥ות לָהֶ֖ם הָרָעָ֥ה הַזֹּֽאת׃ פ |
Trans. | wəyāḏə‘û kî-’ănî JHWH lō’ ’el-ḥinnām dibarətî la‘ăśwōṯ lâem hārā‘â hazzō’ṯ: |
En zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben; Ik heb niet tevergeefs gesproken, van hun dit kwaad aan te doen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben; Ik heb niet tevergeefs gesproken, van hun dit kwaad aan te doen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!